Posts tonen met het label D66. Alle posts tonen
Posts tonen met het label D66. Alle posts tonen

dinsdag 14 maart 2017

Afstrepen

Vanaf het moment dat LibDem besloot om vanwege het gebrek aan inhoudelijk debat niet mee te doen aan de verkiezingen, kregen wij van vele kanten de vraag om een stemadvies uit te brengen. Dat is geen makkelijke opgave: er is geen partij die een werkbare oplossing biedt voor de problemen waar Nederland nu mee te maken heeft: de tweedeling op de arbeidsmarkt, de zorg, het milieu, Europa om er maar enkele te noemen. Zelfs niet op één van deze terreinen. Sommige partijen hebben voor de zorg wel allerlei plannen, maar deze zijn vaak niet consistent en verschuiven de problemen alleen maar. Hetzelfde geldt voor een onderwerp als de arbeidsmarkt.

Er is dus geen partij waar wij uit volle overtuiging op kunnen stemmen. Het gaat er dan om de minst slechte partij te kiezen. Dat is een kwestie van afstrepen dus. Wij zullen dan ook geen eenduidig stemadvies geven, maar slechts enkele overwegingen met betrekking tot de op dit moment grootste partijen in de peilingen..

Vooraf nog twee opmerking:  over de afgelopen kabinetsperiode en over de rechtsstaat.

Het kabinet en veel media doen alsof het een geweldige prestatie zou zijn dat Rutte II de economie weer op orde heeft gebracht en dat zij de rit hebben uitgezeten. Hierbij vallen kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste is de economie weer op gang gekomen doordat de wereldhandel aantrekt. Het kabinetsbeleid om zo onverantwoord veel te bezuinigen heeft de economie eerder schade berokkend dan goed gedaan. Zie hiervoor o.a. de analyse van de ING: Leidt snoei tot groei? Het kabinet Rutte II heeft een pro-cyclisch beleid gevoerd – hetgeen economisch onverstandig is – waardoor eerst veel wegbezuinigd is, waar nu weer in ‘geinvesteerd’ moet worden. Denk aan de verpleeghuizen. Denk aan defensie. Los van de onrust die dat voor betrokkenen heeft veroorzaakt is dit economisch inefficient. Ten tweede is het feit dat het kabinet de rit heeft uitgezeten eerder te danken aan de slechte peilingen van de coalitiepartners dan aan een duidelijke gemeenschappelijke visie en een overtuigend beleid. Geen van de coalitiepartners had, gelet op de peilingen, belang bij een breuk. Zij waren dus wel tot elkaar veroordeeld.

Het bezuinigingsbeleid van Rutte II heeft verder een aantal desastreuze maatregelen met zich gebracht. Zoals de decentralisatie van de Rijkstaken op het gebied van o.a. langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsmarktbeleid naar de gemeenten. Het valt te verwachten dat dit over enkele jaren weer teruggedraaid zal worden, zodat het per saldo veel onrust en ook geld zal hebben gekost. Denk ook aan de ellende met de pgb’s: nog steeds is de SVB niet in staat facturen aan zorgverleners tijdig en behoorlijk – d.w.z. het juiste bedrag -  uit te betalen.

Dan over de rechtsstaat. De Commissie ‘Rechtsstatelijkheid in verkiezingsprogramma’ van d Nederlandse Orde van Advocaten heeft een rapport uitgebracht waarbij de verkiezingsprogramma’s getoetst worden aan de gevolgen voor de rechtsstaat. Zij hebben die met een groene, oranje en rode kleur beoordeeld. Het laatste houdt in dat het betreffende verkiezingsprogramma plannen bevat die regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat. Van de getoetste politieke partijen heeft de PVV zes keer rood gekregen, VNL vier, de SGP en VVD ieder twee en het CDA één.

Uit het bovenstaande volgt dat het verstandig is niet op één van de coalitiepartners – VVD en PvdA – te stemmen. De kiezer kan daarmee een duidelijk signaal geven dat het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren wordt afgekeurd. Voor de VVD geldt daarbij in het bijzonder nog de chaos die zij op het departement van Veiligheid en Justitie hebben achtergelaten – het samenvoegen van politie en justitie staat haaks op de noodzakelijke checks and balances waar wij als liberalen zo veel belang aan hechten. Bezwaar tegen de VVD zijn verder de plannen om de uitkeringen voor de bijstandsgerechtigden te verlagen en voor het invoeren van een kiesdrempel, hetgeen ten koste gaat van de democratie. Aan de PvdA kan het ineffectieve arbeidsmarktbeleid van vice-premier Asscher (Wet Werk en Zekerheid) verweten worden alsook de chaos met de pgb’s.

Over de grootste oppositiepartij – de PVV – met een verkiezingsprogramma van één A4 - hoeven wij niet veel te zeggen.

D66 zegt parmantig ‘verantwoordelijkheid te hebben genomen’, door deel te nemen aan de zgn. ‘constructieve oppositie’. Maar eigenlijk heeft D66 juist geen verantwoordelijkheid genomen doordat zij geen echte oppositie hebben gevoerd. D66 heeft daarmee het kabinetsbeleid ondersteund, hetgeen een contra-indicatie is om op D66 te stemmen. D66 heeft weliswaar in haar verkiezingsprogramma een aantal ideeën van LibDem overgenomen die de democratie in Europa versterken, in Nederland stelt zij maatregelen voor die minder gelukkig zijn. Zo wil D66 de Eerste Kamer afschaffen en een bindend correctief referendum invoeren. Dit zij weer  typisch half doordachte ‘leuke ideetjes’ van D66. Als zij tot uitvoering zouden komen, zal dat zeker ten koste van de democratie en de bestuurbaarheid van het land gaan.

Het CDA heeft zich wel als echte oppositiepartij opgesteld en daarmee haar verantwoordelijkheid als politieke partij genomen. Het CDA wil evenwel ten dele een districtenstelsel invoeren, alsmede een kiesdrempel. Beide maatregelen tasten de democratie aan.

GroenLinks heeft van de deelnemende partijen de meest ambitieuze milieuplannen. Voor een deel lijkt dat op de plannen van LibDem, nl het invoeren van een algemene heffing op de uitstoot van CO2. Alleen doet GroenLinks het niet in Europees verband, waardoor de maatregel ineffectief zal zijn. GroenLinks laat hierbij na om een Border Carbon Adjustment mechanisme in te voeren; daardoor wordt de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven  aangetast. Verder wil GroenLinks nog een aantal extra belastingen invoeren alsook rekeningrijden. Dit zijn overbodige maatregelen.

Dit zijn een aantal overwegingen om wel of niet op een partij te stemmen. Zoals gezegd, is er geen enkele partij die consistente oplossingen biedt voor de problemen waar wij nu mee te maken hebben. Het is daarom niet makkelijk om een keus te maken, en deze is niet overtuigend. LibDem ondersteunt daarom de oproep van Bewust Zwevende Kiezer, nl. om op kandidaat nummer 20 van de gekozen lijst te stemmen. Twintig staat symbool voor twijfel. Als genoeg kiezers op een kandidaat nummer 20 stemmen, wordt daarmee kenbaar gemaakt dat de stemmen met de nodige twijfel zijn uitgebracht. Daarmee kan een signaal worden gegeven.



Sammy van Tuyll

donderdag 15 mei 2014

Leuke ideetjes van D66, maar Europa schaft straks ons euthanasiebeleid af



Veel kiezers hebben met name bezwaren tegen het gebrek aan democratie in Europa, dat  als een ongecontroleerde, bureaucratische macht wordt ervaren. De meeste partijen in Den Haag nemen deze bezwaren niet serieus. En laten de kiezers dus in de kou staan. GroenLinks en D66 doen wel een poging om de democratie te versterken. Zij doen dat echter zonder het hele bouwwerk goed te doordenken, zodat het resultaat niet erg evenwichtig is. D66 bijvoorbeeld streeft ‘naar een politieke unie in de vorm van een Europese federatie’. Het staat  echt zo in hun verkiezingsprogramma (p. 35)!

Maar wat betekent dat? In een federale staat, zoals de VS, kan de grondwet gewijzigd worden tegen de wil van een minderheid van staten in. Als de Europese Unie een federatie zou worden, zou  het verdrag tegen de wil van Nederland gewijzigd kunnen worden. Indien een meerderheid van de lidstaten dat  wil, kan de Europese Unie zich bevoegd verklaren om bijvoorbeeld het euthanasiebeleid in Nederland af te schaffen. Willen wij dat wel?

In de visie van LibDem is de Europese Unie een supranationaal verband van soevereine lidstaten. De Unie heeft dus enerzijds supranationale kenmerken: zij kan - op de gebieden waar zij bevoegd is - tegen de wil van sommige lidstaten in dwingend regels opleggen. Anderzijds bestaat de Unie uit soevereine lidstaten. Dat betekent dat er nooit meer soevereiniteit aan de Unie kan worden overgedragen dan waar àlle lidstaten het over eens zijn. Eén enkele lidstaat kan de overdracht van soevereiniteit tegenhouden. LibDem vindt dat dat zo moet blijven.

Het supranationale element vraagt wel om een sterke democratische controle op de besluitvorming. Die is er nu niet. LibDem heeft uitgewerkte voorstellen om Europa wel democratisch te maken. Dat vraagt om een evenwichtige benadering, waar rekening wordt gehouden met een verscheidenheid aan culturen en politieke opvattingen die er in Europa nu eenmaal zijn.

GroenLinks en D66 doen enkele pogingen om de democratie te versterken. Zo hebben zij beide het voorstel van LibDem uit 2006 om het Europees Parlement via Europese kieslijsten te kiezen, in hun huidige programma’s gezet. Zij doen dat echter zonder het hele bouwwerk goed te doordenken, zodat het resultaat niet erg evenwichtig is. D66 wil bijvoorbeeld ook de voorzitter van de Commissie rechtstreeks door de bevolking laten kiezen. Dat lijkt een leuk ideetje, maar leidt in de Europese context tot een gedrocht. Ook daar is niet goed over nagedacht.

Het idee van D66 om naar een Europese federatie te streven is typisch voor D66. Leuke ideetjes, slecht doordacht. Ondertussen staat het wel in hun verkiezingsprogramma, waarmee straks beleid wordt  gevoerd. Laat de kiezer die overweegt D66 te stemmen, dus goed beseffen waar hij voor kiest!


donderdag 20 maart 2014

De verliezer is de kiezer



De kiezer heeft gesproken en de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen staat vast. In de eerste plaats wil ik de winnaars van de verkiezingen feliciteren. Dat zijn in de eerste plaats de lokale partijen die bij elkaar 29,7% van de stemmen haalden, een winst van 4,9%. En dat zijn verder D66 en de SP die een winst van respectievelijk 3,8% en 2,7% behaalden.
Het opkomstpercentage viel mee en was met 53,8% slechts 0,1%-punt lager dan in 2010; het was in ieder geval hoger dan verwacht.

Wat betekent dit resultaat? De winst van de lokale partijen kan voor een belangrijk deel verklaard worden uit afkeer van de landelijke partijen. Uit onderzoek blijkt ook dat de redenen om niet te stemmen voor het grootste deel (33%) te maken hebben met wantrouwen in de politiek. Zij stemmen dus met de voeten.

De winst van veel partijen kan eveneens door afkeer van andere partijen worden verklaard. Wie in 2012 op de VVD of de PvdA stemde heeft veel redenen om zich bedrogen te voelen en stemt nu dus maar D66 of SP. Veel kiezers weten tot het laatste moment niet op wie te stemmen en de keus in het stemhokje wordt vaak meer bepaald door het afstrepen van de partijen op wie je niet wilt stemmen dan voor een positieve keus voor een beleid waar je achter staat.

Dat is niet verwonderlijk: het gevoerde beleid is vaak warrig en inconsistent en hangt van de kretologie aan elkaar. Een echt debat over belangrijke onderwerpen wordt niet gevoerd. Neem bijvoorbeeld het argument dat decentralisatie van de langdurige zorg of de Jeugdzorg tot meer ‘maatwerk’ en ‘oplossingen dicht bij huis’ zullen leiden. Wat een onzin! Alsof uitvoering door het Rijk niet kan zorgen voor maatwerk en oplossingen dicht bij huis. We hebben nu toch ook een nationale politie gekregen? De hele decentralisatie van Rijkstaken is inconsistent en slecht doordacht; veel kiezers voelen dat. Zij hebben zich daar alleen niet duidelijk over kunnen uitspreken.

Het gebrek aan discussie over belangrijke onderwerpen maakt dat de kiezers zich van de politiek afkeren. Ook bij de volgende verkiezingen zal dat weer duidelijk worden. Als grote verliezers van deze gemeenteraadsverkiezingen worden de PvdA (-4,9%) en de VVD (-3,6%) gezien. Maar eigenlijk is de grootste verliezer de kiezer.