Het rapport ‘Ongekend onrecht’ liegt er niet om. De parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag constateert dat de grondbeginselen van de rechtstaat zijn geschonden. De commissie is eerst met verbazing en later met diepe verontwaardiging tot het besef gekomen dat de getroffen ouders jarenlang geen schijn van kans hebben gekregen om op een rechtvaardige manier behandeld te worden. En degenen die binnen de overheid er op wezen dat de gang van zaken niet klopte, zoals Sandra Palmen, werden op een zijspoor gezet. Ook blijkt dat de informatievoorziening aan de Tweede Kamer traag en soms onvolledig was. Het toedekken van het disfunctioneren van de overheid blijkt meer aandacht te hebben gekregen dan het tegemoetkomen van de gedupeerde ouders. Dit zijn praktijken waarvan je zou verwachten dat die in Nederland – ‘dit prachtige land’ – niet zouden voorkomen.
Inmiddels gaan er geluiden rond dat het kabinet in zijn
geheel zou moeten aftreden. Al eerder is een heeft een kabinet dat in het zicht
van de verkiezingen gedaan: het kabinet Kok II is op 16 april 2002 afgetreden
nadat op 10 april van dat jaar het rapport van de het Nederlands Instituut voor
Oorlogsdocumentatie (NIOD) of de val van Srebrenica is gepubliceerd. Dat
aftreden vond plaats 29 dagen vóór de Tweede Kamerverkiezingen
van 15 mei 2020. Het kabinet Kok II zou op 15 mei toch demissionair worden en
het aftreden van het kabinet haalde het demissionair worden 29 dagen naar
voren. Veel betekenis had dit aftreden dus niet. Velen zagen dat dan ook als een loos gebaar.
Als het kabinet Rutte III collectief zou
aftreden, heeft dat verder ook weinig gevolgen. De Tweede Kamerverkiezingen
staan gepland voor 17 maart 2021 en door het eventueel aftreden van het kabinet
Rutte III zullen die niet naar voren gehaald worden. En in demissionaire status
kan het kabinet evengoed maatregelen nemen om de coronacrisis te bestrijden:
het kabinet zou immers na 17 maart hoe dan ook demissionair zijn en dan is de
coronacrisis nog zeker niet voorbij. Als het kabinet Rutte III zou aftreden
naar aanleiding van de Toeslagenaffaire, is dat dus niet meer dan een loos
gebaar. Sterker, het zou voor de slachtoffers niet meer zijn dan een zoveelste
klap in het gezicht: het kabinet doet alsof het ‘verantwoordelijkheid neemt’,
maar in de praktijk heeft dat – in het zicht van de verkiezingen - geen
betekenis.
Willen de verantwoordelijke politici
daadwerkelijk op een betekenisvolle manier hun politieke verantwoordelijkheid
nemen, dan zullen zij een gebaar moeten maken dat meer hout snijdt, zoals het
opgeven van het lijsttrekkerschap. Pas dan zou het om een daad gaan die meer
inhoudt dan een loos gebaar en er daadwerkelijk verantwoordelijkheid worden
genomen voor falend overheidsbeleid. De politiek zou daarmee een stap nemen om het
geschonden vertrouwen te herstellen.
Sammy van Tuyll
www.libdem.nl