donderdag 20 maart 2014

De verliezer is de kiezer



De kiezer heeft gesproken en de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen staat vast. In de eerste plaats wil ik de winnaars van de verkiezingen feliciteren. Dat zijn in de eerste plaats de lokale partijen die bij elkaar 29,7% van de stemmen haalden, een winst van 4,9%. En dat zijn verder D66 en de SP die een winst van respectievelijk 3,8% en 2,7% behaalden.
Het opkomstpercentage viel mee en was met 53,8% slechts 0,1%-punt lager dan in 2010; het was in ieder geval hoger dan verwacht.

Wat betekent dit resultaat? De winst van de lokale partijen kan voor een belangrijk deel verklaard worden uit afkeer van de landelijke partijen. Uit onderzoek blijkt ook dat de redenen om niet te stemmen voor het grootste deel (33%) te maken hebben met wantrouwen in de politiek. Zij stemmen dus met de voeten.

De winst van veel partijen kan eveneens door afkeer van andere partijen worden verklaard. Wie in 2012 op de VVD of de PvdA stemde heeft veel redenen om zich bedrogen te voelen en stemt nu dus maar D66 of SP. Veel kiezers weten tot het laatste moment niet op wie te stemmen en de keus in het stemhokje wordt vaak meer bepaald door het afstrepen van de partijen op wie je niet wilt stemmen dan voor een positieve keus voor een beleid waar je achter staat.

Dat is niet verwonderlijk: het gevoerde beleid is vaak warrig en inconsistent en hangt van de kretologie aan elkaar. Een echt debat over belangrijke onderwerpen wordt niet gevoerd. Neem bijvoorbeeld het argument dat decentralisatie van de langdurige zorg of de Jeugdzorg tot meer ‘maatwerk’ en ‘oplossingen dicht bij huis’ zullen leiden. Wat een onzin! Alsof uitvoering door het Rijk niet kan zorgen voor maatwerk en oplossingen dicht bij huis. We hebben nu toch ook een nationale politie gekregen? De hele decentralisatie van Rijkstaken is inconsistent en slecht doordacht; veel kiezers voelen dat. Zij hebben zich daar alleen niet duidelijk over kunnen uitspreken.

Het gebrek aan discussie over belangrijke onderwerpen maakt dat de kiezers zich van de politiek afkeren. Ook bij de volgende verkiezingen zal dat weer duidelijk worden. Als grote verliezers van deze gemeenteraadsverkiezingen worden de PvdA (-4,9%) en de VVD (-3,6%) gezien. Maar eigenlijk is de grootste verliezer de kiezer.



dinsdag 18 maart 2014

Stem lokaal!




Het zijn merkwaardige gemeenteraadsverkiezingen. Weliswaar gaat het om de gemeentelijke democratie, maar de landelijke politici voeren campagnes en houden ook onderlinge debatten. Daarbij komt van alles aan de orde, maar niet het onderwerp waar de gemeentes het meeste last van hebben: het overhevelen van allerlei Rijkstaken naar de gemeentes. Het gaat onder andere om de Jeugdzorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Dit gaat gepaard met grote uitvoeringsrisico’s bij gemeenten.

Tegen deze herverdeling van taken valt veel in te brengen: ten eerste is het budget dat de gemeentes krijgen ontoereikend en is de overheveling van taken niet meer dan een verkapte bezuiniging. Het is zeer waarschijnlijk dat deze herverdeling van taken inefficiƫnt en dus duurder zal blijken te zijn. Gemeentes moeten immers ieder afzonderlijk deskundigheid op al deze gebieden verwerven dan wel inhuren. Bovendien ontstaat er rechtsongelijkheid tussen de inwoners van de ene gemeente en die van de andere. Veel kiezers zijn dan ook tegen de decentralisaties, maar de landelijke politieke partijen negeren dat.

Nu is de herverdeling van deze taken voor de gemeente een gegeven: de landelijke politiek heeft er toe besloten. Maar gelet op de weerstand bij veel kiezers tegen deze herverdeling, zou je verwachten dat dit thema een grote rol speelt in het landelijk debat. Niets is minder waar. Er is – met uitzondering van LibDem – geen enkele partij die zich uitdrukkelijk tegen deze herverdeling van taken heeft uitgesproken.

Aan de meeste partijen in de Tweede Kamer is onlangs uitdrukkelijk de vraag gesteld of – indien zou blijken dat de decentralisaties inderdaad tot meer inefficiĆ«nties en dus hogere kosten leidt – zij bereid zouden zijn deze terug te draaien. Dat is een logische vraag, waarop een verstandige politieke partij zeker een antwoord zou moeten geven. Alleen de SGP heeft de vraag beantwoord, met als strekking dat zij er nog niet van overtuigd zijn dat terugdraaien uiteindelijk een optie zal zijn, omdat dit volgens hen ook geld zal kosten. Zij zetten dan liever in op het verbeteren van de dan gesignaleerde knelpunten. Dat is tenminste een duidelijk antwoord. De andere partijen denken kennelijk niet over deze vraag na.

De decentralisatie van Rijkstaken is het belangrijkste onderwerp waar de gemeentes de komende jaren mee te maken. Nu dit in de verkiezingscampagnes nauwelijks een rol speelt, zullen veel kiezers uit onvrede wegblijven. Maar de kiezer kan ook een signaal afgeven dat hij vindt dat de landelijke politieke partijen hier verkeerde keuzes maken. Dat kan door in ieder geval niet op een landelijke partij, maar op een lokale partij te stemmen!