donderdag 5 mei 2022

Nederland moet solidair zijn met Europa én met Oekraïne

Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne hebben de landen van de Europese Unie € 48 miljard voor de aankoop van fossiele brandstoffen naar Rusland overgemaakt, ondanks de boycot van Russische producten. Dat is gemiddeld € 700 miljoen per dag. Dit is voor Poetin een belangrijke financieringsbron om de oorlog voort te zetten. Van deze geldstroom heeft 56% betrekking op aardgas, 42% op olie en 2% op kolen.

Het stoppen met deze geldstroom, en dus stoppen met de invoer van aardgas uit Rusland zou een belangrijke bijdrage leveren aan het verkorten van de oorlog. Nederland heeft onlangs het dappere besluit genomen om de afhankelijkheid van Russisch aardgas te verminderen. Maar dat zet weinig zoden aan de dijk. Nederland importeert op jaarbasis slechts 6 miljard kuub Russisch aardgas, tegen 168 mrd kuub voor de hele Europese Unie. Het zou dus veel meer effect hebben als andere landen ook zouden afzien van de invoer van Russisch aardgas, met name de grotere landen als Duitsland.

 Maar kan dat zo maar? Bondskanselier Olaf Scholz heeft er op gewezen dat een ban op Russisch aardgas de Europese economie in een recessie zou storten, zonder dat de oorlogvoering van Poetin er echt last van zou hebben. Vanwege de economische gevolgen is er daarom in Duitsland veel weerstand tegen het afzien van aardgas uit Rusland. Begrijpelijk. Het is daarom zaak om te zoeken naar alternatieve leveranciers. En daar zou Nederland een rol kunnen spelen. In Groningen zit nog iets meer dan 500 miljard kuub aardgas onder de grond. In het topjaar 2013 produceerde Nederland zo’n 82 miljard kuub. Dat is nu teruggevallen tot 21 miljard kuub. Maar als de productie weer zou stijgen tot het niveau van 2013, zou daarmee jaarlijks 60 miljard kuub aardgas op de Europese markt komen. Die hoeven wij dan niet uit Rusland te importeren. Daarmee zou de Nederlandse productie ruim een derde van de Europese invoer uit Rusland compenseren, een belangrijke stap om Europa helemaal van het Russisch aardgas af te halen. Ondertussen kan gezocht worden naar duurzamere oplossingen.

Maar hoe zit dat dan met de aardbevingen in Groningen? Dat was destijds een belangrijke reden om de productie in Groningen te verminderen. Op zich terecht: Groningen is tot nu toe schandalig behandeld en velen wachten nog steeds om maatregelen om hun huizen te herstellen en veilig te maken. Het is daarom rechtvaardig als de opbrengsten van de extra aardgas productie in eerste instantie naar Groningen gaan. Het gaat dan om zo’n € 100 mln per dag. Daarmee kan veel van de schade aan huizen en gebouwen hersteld worden.

En het klimaat dan? Minister Jetten zal zeggen dat dit ten koste van het klimaat gaat. Ten onrechte! Het is voor het klimaat beter als aardgas gestookt wordt in plaats van olie, steenkool en bruinkool, hetgeen bijvoorbeeld in Duitsland de brandstof is die gebruikt wordt als het aardgas weg zou vallen. Met een groter aanbod van Nederlands aardgas zullen bovendien de aardgasprijzen dalen. Dit heeft twee effecten. Ten eerste zal Poetin ook getroffen wordt in de resterende uitvoer van aardgas. Ten tweede leidt een lagere gasprijs tot een lagere inflatie en verkleint dat het koopkrachtverlies waar velen nu last van hebben. Het effect op de aardgasprijzen zal al merkbaar zijn vanaf de aankondiging om meer gas te produceren.

Nederland moet ruimer denken en solidair zijn met Europa en met de Oekraïne. En uiteindelijk ook met Groningen!

Sammy van Tuyll

www.libdem.nl

woensdag 9 februari 2022

Rutte IV, tegenovergestelde van Rutte II

Het kabinet Rutte IV is nu vier weken bezig. Enkele bewindslieden hebben al laten zien waar zij voor staan, van andere valt dit nog te bezien en sommige, zoals de minister van Justitie, zijn direct al door de mand gevallen. In sommige opzichten lijkt het kabinet Rutte IV het tegenovergestelde van Rutte II. Ik heb het dan niet over de langste formatie ooit (2021) tegenover een korte - en veel te snelle - formatie in 2012. Maar vooral over het voorgenomen beleid. Uit het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitzien naar de toekomst’ blijkt dat dit kabinet van plan is een aantal fouten van Rutte II ongedaan te maken.

Dat geldt in de eerste plaats voor het begrotingsbeleid. Rutte II voerde drastische bezuinigingen door. De verzorgingsstaat werd daarbij grotendeels ontmanteld. Het kabinet was van mening dat dit goed zou zijn voor de economie, ondanks de waarschuwingen van veel economen dat je niet in een recessie op de rem moest trappen. LibDem was destijds de enige politieke partij die zich tegen dit desastreuze beleid uitsprak. De rest slikte het als zoete koek. Het kabinet Rutte IV doet precies het omgekeerde van Rutte II: er wordt nu gesmeten met geld. En dat terwijl de economie oververhit raakt, de arbeidsmarkt gespannen is en de inflatie aantrekt. In beide gevallen een procyclisch beleid; in beide gevallen even slecht voor de economie.

Met het diametraal andere begrotingsbeleid van Rutte IV worden een aantal maatregelen uit Rutte II teruggedraaid. Zo wordt de volstrekt onzinnige verhuurdersheffing van Rutte II binnenkort afgeschaft. De verhuurdersheffing is een belasting op sociale woningverhuur die sinds 2013 geheven werd. Als gevolg van de verhuurdersheffing moesten woningbouwcorporaties jaarlijks zo’n 1,7 mrd ophoesten. Daardoor hielden zij minder geld over om te investeren in nieuwbouw. Uit onderzoek blijkt dat zonder de verhuurdersheffing de corporaties tussen 2013 en 2023 zo’n 93.500 extra woningen hadden kunnen bouwen. De huidige wooncrisis is dus voor een groot deel veroorzaakt door het beleid van Rutte II. Terecht dat de verhuurdersheffing wordt afgeschaft, alleen merkwaardig dat deze maatregel pas in 2023 in gaat.

Een andere maatregel die teruggedraaid wordt is het leenstelsel voor studenten. Rutte II had – met steun van alle middenpartijen in de Kamer - de basisbeurs afgeschaft en het leenstelsel ingevoerd, waarbij studenten voor hun studiekosten bij het Rijk konden lenen en aldus een studieschuld opbouwden. Met name die studieschuld is voor velen bezwaarlijk omdat zij dan na afstuderen niet of minder kunnen lenen om een woning te kopen.

Helaas draait Rutte IV niet alle verkeerde maatregelen van Rutte II terug. Zo heeft Rutte II in 2015 allerlei taken van het Rijk naar de gemeenten overgeheveld onder het motto ‘meer doen met minder geld’. De maatregel ging met forse bezuinigingen gepaard. In de praktijk is gebleken dat het ‘minder doen met meer geld’ is, waardoor veel gemeenten nu met aanzienlijke tekorten op de begroting te kampen hebben en met name de Jeugdzorg geheel ontregeld is. Tevoren was duidelijk dat dit een verkeerd beleid was dat veel schade zou opleveren. LibDem heeft dat destijds herhaaldelijk betoogd en helaas zijn die voorspellingen uitgekomen. Daarover meer in een volgende blog.

 

Sammy van Tuyll

www.libdem.nl