vrijdag 6 juli 2012

Niet aanpakken, maar doorschuiven

Vanochtend heeft de VVD haar concept-verkiezingsprogramma gepresenteerd met de titel ‘niet doorschuiven, maar aanpakken’. Aardig om te kijken wat daarmee bedoeld wordt.

Het programma is gebaseerd op een rigoureuze reductie van het begrotingstekort. De economische analyse daarvan ontbreekt en dat is misschien maar goed ook want dan zou blijken dat dit beleid helemaal niet zo verstandig is als beweerd wordt. Dat het programma op een verkeerde veronderstelling berust, blijkt al uit de eerste zin van de samenvatting: ‘Nederland leeft boven zijn stand’. Dat is klinkklare nonsens. Nederland leeft helemaal niet boven zijn stand: wij hebben een veel te hoog overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Als land verdienen wij dus aanzienlijk meer dan wij uitgeven. Verkeerde diagnose en verkeerd beleid, dus.

Wel geeft de Nederlandse overheid meer uit dan zij ontvangt en op den duur moeten uitgaven en ontvangsten in evenwicht zijn. Dat moet je echter niet forceren zo lang de economie niet aantrekt. De VVD wil heel stoer 24 miljard ombuigen en daarbij ook nog de lasten verlichten. Onder meer wordt 9 miljard omgebogen in de sociale zekerheid en 7 miljard in de zorg. Gelet op de slechte economische vooruitzichten, zal een ombuiging in de sociale zekerheid ten koste gaan van de mensen zonder werk en van de koopkracht. Zoiets kun je pas doen als de economie weer aantrekt en er perspectief is dat mensen inderdaad weer aan het werk kunnen. De bezuinigingen in de zorg wil de VVD realiseren door meer zorg door de gemeente te laten leveren. De gemeente zal vervolgens om de begroting rond te krijgen weer de lasten moeten verhogen. Per saldo is er dus geen sprake van een ombuiging, maar van het doorschuiven van taken. De titel van het concept-verkiezingsprogramma zou dus eigenlijk moeten luiden: ‘niet aanpakken, maar doorschuiven’.

 Zou het iets voor de G500 zijn om via een amendement te zorgen dat de vlag de lading weer dekt?




De VVD, de economie en ondernemers

Bij de laatste verkiezingen heeft de VVD zich geprofileerd als de partij die waarbij de economische belangen van Nederland in goede handen zouden zijn. Tijd voor een evaluatie: wat is daar nu helemaal van terecht gekomen?

Duidelijk is dat de Nederlandse economie er nu slechter voorstaat dan in 2010. De groei is dit jaar negatief en de werkloosheid loopt sterk op. Voor een deel heeft dit te maken met de internationale conjunctuur en kan het beleid in Nederland daar weinig aan veranderen. De Nederlandse economie presteert echter slechter dan die van de omringende landen. Hoe komt dat?

Eén van de redenen is dat de regering voortdurend een somber beeld schetst van de economie en hardnekkig tracht de begroting op korte termijn sluitend te krijgen. In een recessie moet je juist zorgen dat de bestedingen zo veel mogelijk op peil blijven en mag het begrotingstekort oplopen. Dat is goed voor de economie. Het kabinet doet nu het omgekeerde en je ziet dat zowel de overheidsuitgaven als de consumentenbestedingen dalen. Economisch onverstandig beleid.

De VVD is met haar beleid bezig de crisis van de jaren ’80 te bestrijden. Toen waren inderdaad de bestedingen te hoog en had Nederland een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans. Nu is dat niet het geval: Nederland heeft een fors overschot op de lopende rekening, hetgeen duidt op een nationaal spaaroverschot. Kortom: het verkeerde medicijn bij een foute diagnose.

Is het beleid van het kabinet Rutte dan goed voor ondernemers? Ook dat valt tegen. In de eerste plaats vanwege het algemeen economisch beleid. Alle sectoren die voor de Nederlandse markt produceren zullen last hebben van de achterblijvende bestedingen. Dat merken bijvoorbeeld de detailhandel en de horeca nu al. Maar ook andere ondernemers hebben last van de economische teruggang.

Ook in ander opzicht heeft het kabinet Rutte een beleid gevoerd dat niet goed is voor ondernemers. Zo zullen werkgevers bij ontslag van werknemers zes maanden werkloosheidsuitkering voor hun rekening moeten nemen. Zie het interview met minster Kamp op 5 juli in de Volkskrant. Daarnaast moet nog een bedrag worden betaald voor scholing of outplacement. Deze maatregelen zijn gebaseerd op een totaal verkeerde filosofie, namelijk dat het ontslaan van werknemers als een soort vervuiling wordt gezien die afgestraft moet worden. Zij moeten wel bedacht zijn door mensen die geen flauw idee van de praktijk hebben. Voor kleinere ondernemers is de maatregel helemaal funest: als je drie werknemers in dienst hebt en je moet er één ontslaan door teruglopende omzet (zie boven), dan kunnen dit  de onderneming helemaal om zeep helpen.

In het vandaag verschenen concept-verkiezingsprogramma neemt de VVD afstand van de door minister Kamp verdedigde maatregel om de werkgever de eerste 6 maanden van een WW-uitkering te laten betalen. Terecht! Maar hoe geloofwaardig is een partij die eerst een dergelijke maatregel neemt en verdedigt en vervolgens er onder druk van verkiezingen afstand van neemt? Het gaat om de denkwijze en de instelling waarmee je beleid voert. Een partij die bereid is om als grootste regeringspartij maatregelen te nemen die evident slecht zijn voor ondernemers, zal dat in een volgende periode weer doen.

Kortom: de VVD een ondernemerspartij? Misschien goed voor de multinationals die veel exporteren, maar niet voor de meeste ondernemingen in Nederland. Bedacht zij dat meer dan 80% van de bedrijven in Nederland minder dan 5 werknemers heeft.

LibDem staat voor een beleid dat veel beter is voor het ondernemersklimaat in Nederland. Ten eerste wil LibDem het begrotingstekort niet zo geforceerd verlagen. Eerst moeten wij zorgen het vertrouwen hersteld wordt en de groei weer aantrekt. Ten tweede vindt LibDem dat de kosten van de sociale zekerheid en van de begeleiding van werk naar werk voor rekening van de overheid moeten komen. Uiteindelijk betalen wij die kosten allemaal, maar je legt dan niet de rekening eenzijdig bij enkele ondernemers neer. Per slot van rekening heeft de hele maatschappij baat bij een flexibele economie en een flexibele arbeidsmarkt met een goed sociaal vangnet.