dinsdag 20 maart 2018

GR18 en referendum: stem lokaal en afgewogen


Aanstaande woensdag begint niet alleen de lente, maar is ook de dag van de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum over de sleepwet.

Het kiezen voor de gemeenteraad is niet altijd makkelijk. Ik weet zelf nog niet op welke partij ik in mijn woonplaats Haarlem zal gaan stemmen. Het is wel van belang om lokaal te stemmen. Ik bedoel daar niet mee dat uitsluitend lokale partijen in aanmerking zouden moeten komen. Maar wel dat bij het uitbrengen van de stem lokale overwegingen de overhand moeten hebben. Gemeenteraadsverkiezingen zijn niet bedoeld als tussentijdse peiling voor de landelijke verkiezingen, maar om een goed bestuur voor de gemeente te kiezen. Dat vergeten de landelijke partijen doorgaans. Zij voeren vaak campagne alsof het landelijke verkiezingen betreft. Ook de media doen daar gretig aan mee. Zo werd in Amsterdam enkele weken geleden een debat gehouden tussen personen die aanstaande woensdag nergens verkiesbaar zijn. Daar heeft de kiezer niets aan. Evenmin heeft de kiezer iets aan leuzen als ‘goed onderwijs’ en ‘goed klimaat’. Alsof dat gemeentelijke taken zijn!
De kiezer heeft er iets aan als duidelijk wordt gemaakt wat de verschillen zijn tussen de partijen die woensdag wel op het stembiljet staan en welke personen namens die partijen kandidaat zijn. Maar vooral als duidelijk is welke plannen de partijen met de gemeente hebben, welke visie zij voor de lange termijn hebben. Besluiten worden immers niet alleen voor de komende vier jaar genomen, maar hebben vaak gevolgen voor vele jaren daarna. Denk maar aan besluiten over bestemmingsplannen of over het aanleggen van een weg. Wie woensdag zijn stem op een serieuze wijze wil uitbrengen stemt dus lokaal, op basis van lokale overwegingen.

Dan kun je woensdag ook nog je stem uitbrengen voor of tegen de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel de Sleepwet genoemd. Het is helaas vooralsnog het laatste raadgevend referendum. LibDem is goot voorstander van de parlementaire democratie die wij in Nederland hebben. Dat houdt in dat je vertegenwoordigers kiest die het bestuur controleren. Maar soms komen daar besluiten uit, die haaks staan op wat de meerderheid van de bevolking vindt. En dan is een correctiemechanisme in de vorm van een raadgevend referendum een heel zinnig aanvullend instrument. Raadgevend, omdat dat de mogelijkheid geeft dat de gekozen vertegenwoordigers alsnog de wens van de meerderheid niet volgen. Dat moeten zij dan goed motiveren.
Maar nu wordt het raadgevend referendum afgeschaft, nota bene door een minister van een partij zich er op beroept bij uitstek democratisch te zijn. Wij hebben er tot nu toe maar één keer gebruik van kunnen maken, te weten bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne in 2016. Dat het raadgevend referendum – na één ervaring – nu al om zeep geholpen wordt, komt omdat de Haagse politiek het instrument niet goed begrepen heeft. Dat begon al met het feit dat veel politici destijds a priori al zeiden dat zijn de uitslag van het referendum zonder meer zouden volgen. Daarmee wordt het raadgevende karakter van het referendum miskend. Zij maakten er een soort bindend referendum van. Ten tweede komt het omdat de Haagse politiek zich niet echt in de argumenten heeft verdiept waarom de kiezer zijn (afwijzende) stem heeft uitgebracht. Dat was zo bij het referendum over het verdrag met Oekraïne, dat was ook zo bij het referendum over de Europese Grondwet in 2005. Het lijkt er op of de Haagse politiek bang is geweest om naar de argumenten te luisteren. Een gevolg is dat de politiek het afgewezen besluit – in beide gevallen was het een Europees verdrag – niet conform de wens van de kiezer heeft kunnen aanpassen – hetgeen bij een goede inhoudelijke discussie wel mogelijk was geweest – en dat leidt weer tot frustratie bij de kiezer, die zich in beide gevallen terecht niet serieus genomen voelt. Spijtig dus dat het raadgevend referendum voorlopig van de baan is.

En dan de Sleepwet zelf. Het gaat om het aanpassen van het instrumentarium dat de inlichtingendiensten AIVD en de MID hebben om over onze veiligheid te waken. Uiteraard moet dat aangepast worden aan de recente technologische ontwikkelingen. Terecht dat deze diensten daarmee de mogelijkheid krijgen ook op de kabel bepaalde berichten te onderscheppen. Maar met deze nieuwe bevoegdheden kan ook de privacy van onschuldige burgers worden aangetast. Organen als de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak – om er maar enkele te noemen – hebben daar in hun adviezen bij het wetsvoorstel kritische kanttekeningen bij geplaatst. En daar is in de parlementaire behandeling te weinig mee gedaan. Wij hebben nu de mogelijkheid om dat te corrigeren door tegen de wet te stemmen. Dat betekent niet dat het land onveiliger wordt, zoals op misleidende wijze door de voorstanders wordt gesteld. Dat betekent dat de kiezer het parlement adviseert nog eens goed naar de argumenten van de verschillende adviesorganen te kijken en de wet aan te passen zodat veiligheid en privacy weer beide gewaarborgd zijn. Een tegenstem is dus een stem voor een betere wet. En zoals de NRC in haar hoofdartikel van afgelopen zaterdag concludeert: Veiligheid is een groot goed. Maar privacy is dat ook. Daar kan niet zorgvuldig genoeg mee worden omgegaan.



Sammy van Tuyll