Meer dan een half jaar na het referendum heeft Rutte
eindelijk op 15 december van de Europese Raad gedaan gekregen dat er een
verklaring werd afgelegd inzake de Associatieovereenkomst met Oekraïne. Op vijf
punten (toekomstig lidmaatschap, veiligheidsbeleid, personenverkeer, extra
middelen en corruptiebestrijding) verklaart de Raad wat er wel en niet in de
overeenkomst staat.
Voor wat de meeste punten betreft is de verklaring een open
deur. Dat geldt niet helemaal voor de verklaring over het toekomstig EU-lidmaatschap:
“Hoewel
de Overeenkomst strekt tot de totstandbrenging van nauwe en langdurige
betrekkingen tussen de partijen bij de Overeenkomst op basis van
gemeenschappelijke waarden, verleent zij Oekraïne niet de status van
kandidaat-lidstaat voor toetreding tot de Unie en houdt zij geen toezegging tot
de toekomstige verlening van die status aan Oekraïne in.”
De verklaring van de Raad is een deel van wat LibDem op 20
februari in een open brief aan Commissievoorzitter Juncker gevraagd heeft. In
het verleden is immers vaak besloten om aan een land de status van
kandidaat-lidstaat toe te kennen, zonder dat de kiezer daar iets over te zeggen
heeft gehad. Gelet op de weerstand van sommige lidstaten in de Raad, is deze
verklaring dus niet overbodig.
Maar in de open brief aan Juncker is nog iets gevraagd,
namelijk dat de Raad tevens zou verklaren dat dat voordat deze status aan enige
nieuwe kandidaat-lid van de Unie wordt verleend –dus ook in de toekomst
eventueel aan Oekraïne - de kiezer eerst de mogelijkheid wordt gegeven zich
daarover uit te spreken bij een volgende verkiezing van het Europees Parlement.
Het gaat om de goedkeuring die het Europees Parlement moet geven conform
artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Als deze goedkeuring
pas gegeven wordt nadat de vraag voorlag bij de verkiezing van het Europees
Parlement, heeft de kiezer daar in ieder geval een uitspraak over kunnen doen.
Zonder het tweede deel van de gevraagde verklaring, is het
eerste deel helemaal een open deur. De Raad kan dan immers altijd een procedure
inzetten waar de kiezer niet bij betrokken wordt en Oekraïne alsnog het
kandidaat-lidmaatschap toekennen. Rutte heeft dan een kat in de zak gekocht.
Met het tweede deel van de verklaring zou de democratie in
Europa versterkt zijn. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat er leden van de
Europese Raad zijn die daar tegen zijn. Heeft Rutte zich daar wel sterk voor
gemaakt? Het lijkt er op dat dat niet het geval is.
Het is te hopen dat te Kamer een stevig debat voert over de
Associatieovereenkomst en Rutte vraagt waarom hij alleen met open deuren terug
komt. Er is niets op tegen om hem nog een keer terug naar Brussel te sturen.
Laten de partijen die vinden dat de stem van de kiezer in het referendum van 6
april serieus moet worden genomen, dit ter harte nemen.
Sammy van Tuyll