De Haagse politiek begint steeds meer geloofwaardigheid te verliezen. Het huidige gebrek aan vertrouwen in de overheid komt doordat er een hap snap beleid gevoerd wordt, dat vaak niet goed doordacht is. Met als gevolg: men gaat van het ene naar het andere extreem, het is hollen of stilstaan, het beleid richt zich vooral op symptoombestrijding en pakt de oorzaken niet aan, er is verspilling van talenten, geld en tijd. Ondoordacht beleid heeft ook tot gevolg dat de overheid bij de eerste kritiek vasthoudt aan het eigen gelijk, en pas als het maar al te duidelijk is dat er een verkeerd beleid is gevoerd, de koers wendt – maar dan weer doorschiet naar de andere kant.
Eén van de redenen dat het beleid te weinig doordacht is, is dat er een
gebrek aan echt inhoudelijk debat is. Niet alleen in de Kamer, maar (vooral)
ook in de media. Er zijn voorbeelden te over. Juist nu er een aantal
belangrijke thema’s zijn waar nodig iets aan gedaan moet worden (klimaat,
woningmarkt, arbeidsmarkt, onderwijs, Europa), is het des te harder nodig dat
er een goed doordacht beleid wordt gevoerd. En dat kan alleen met een grondig
debat, waarbij ook ideeën ‘out of the box’ worden meegenomen en op serieuze
wijze bediscussieerd. En met name dat laatste is belangrijk. Kritiek op
voorgenomen beleid moet serieus genomen worden, ook al komt die van een partij
die met maar enkele zetels in de Kamer vertegenwoordigd is, of zelfs helemaal
niet in de Kamer aanwezig is. Het gaat immers om de inhoud en om een zo goed
mogelijk beleid te voeren en dan zijn argumenten belangrijker dan Kamerzetels.
Althans…. zouden belangrijker moeten zijn, maar de werkelijkheid is helaas
anders.
De toeslagenaffaire is een voorbeeld van dergelijk ondoordacht beleid.
Omdat er eerst sprake was van regelgeving en uitvoering waarbij onvoldoende
gecontroleerd werd, konden mensen in Bulgarije frauderen met uitkeringen en
toeslagen. Daar schrok de politiek zo van, dat de regelgeving naar de andere
kant doorschoot en eenieder die maar een enkele fout of vergissing in een
aanvraag maakte, werd als fraudeur gezien en moet het hele ontvangen bedrag
terugbetalen, hetgeen vaak onmogelijk was.
Een ander voorbeeld zijn de decentralisaties van Rijkstaken naar gemeentes,
zoals de WMO, de langdurige zorg en de jeugdzorg. Dat is gedaan onder het motto
‘meer doen voor minder geld’. Omdat ook dit beleid slecht doordacht is, komt
het uiteindelijk neer op ‘minder doen voor meer geld’. Met name in de jeugdzorg
heeft dat desastreuze gevolgen, die nog tot hoge kosten in de toekomst zullen
leiden. Hoewel deze gevolgen van tevoren te voorzien waren geweest, was er in
de tijd dat de maatregelen door het kabinet Rutte-Asscher zijn doorgevoerd,
sprake van een tunnelvisie. De maatregelen werden breed gesteund en kritiek
werd niet serieus genomen, laat staan dat er een debat over gevoerd werd.
Er zijn voorbeelden te over: het begrotingsbeleid, de politie, de zorg, de
woningmarkt, het klimaat. Allerlei voorbeelden waar een duidelijk verkeerd
beleid is gevoerd, met hoge maatschappelijke en financiële kosten als gevolg.
Het is van belang om in de toekomst goed na te denken – en te discussiëren –
voordat beleid wordt gevoerd: eerst denken, dan doen. Eerst denken, dan doen is
een belangrijke voorwaarde om het vertrouwen in de politiek te herstellen.
In komende blogs zullen enkele van de hier genoemde voorbeelden verder
uitgewerkt worden.
Sammy van Tuyll
www.libdem.nl