Posts tonen met het label GroenLinks. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GroenLinks. Alle posts tonen

dinsdag 14 maart 2017

Afstrepen

Vanaf het moment dat LibDem besloot om vanwege het gebrek aan inhoudelijk debat niet mee te doen aan de verkiezingen, kregen wij van vele kanten de vraag om een stemadvies uit te brengen. Dat is geen makkelijke opgave: er is geen partij die een werkbare oplossing biedt voor de problemen waar Nederland nu mee te maken heeft: de tweedeling op de arbeidsmarkt, de zorg, het milieu, Europa om er maar enkele te noemen. Zelfs niet op één van deze terreinen. Sommige partijen hebben voor de zorg wel allerlei plannen, maar deze zijn vaak niet consistent en verschuiven de problemen alleen maar. Hetzelfde geldt voor een onderwerp als de arbeidsmarkt.

Er is dus geen partij waar wij uit volle overtuiging op kunnen stemmen. Het gaat er dan om de minst slechte partij te kiezen. Dat is een kwestie van afstrepen dus. Wij zullen dan ook geen eenduidig stemadvies geven, maar slechts enkele overwegingen met betrekking tot de op dit moment grootste partijen in de peilingen..

Vooraf nog twee opmerking:  over de afgelopen kabinetsperiode en over de rechtsstaat.

Het kabinet en veel media doen alsof het een geweldige prestatie zou zijn dat Rutte II de economie weer op orde heeft gebracht en dat zij de rit hebben uitgezeten. Hierbij vallen kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste is de economie weer op gang gekomen doordat de wereldhandel aantrekt. Het kabinetsbeleid om zo onverantwoord veel te bezuinigen heeft de economie eerder schade berokkend dan goed gedaan. Zie hiervoor o.a. de analyse van de ING: Leidt snoei tot groei? Het kabinet Rutte II heeft een pro-cyclisch beleid gevoerd – hetgeen economisch onverstandig is – waardoor eerst veel wegbezuinigd is, waar nu weer in ‘geinvesteerd’ moet worden. Denk aan de verpleeghuizen. Denk aan defensie. Los van de onrust die dat voor betrokkenen heeft veroorzaakt is dit economisch inefficient. Ten tweede is het feit dat het kabinet de rit heeft uitgezeten eerder te danken aan de slechte peilingen van de coalitiepartners dan aan een duidelijke gemeenschappelijke visie en een overtuigend beleid. Geen van de coalitiepartners had, gelet op de peilingen, belang bij een breuk. Zij waren dus wel tot elkaar veroordeeld.

Het bezuinigingsbeleid van Rutte II heeft verder een aantal desastreuze maatregelen met zich gebracht. Zoals de decentralisatie van de Rijkstaken op het gebied van o.a. langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsmarktbeleid naar de gemeenten. Het valt te verwachten dat dit over enkele jaren weer teruggedraaid zal worden, zodat het per saldo veel onrust en ook geld zal hebben gekost. Denk ook aan de ellende met de pgb’s: nog steeds is de SVB niet in staat facturen aan zorgverleners tijdig en behoorlijk – d.w.z. het juiste bedrag -  uit te betalen.

Dan over de rechtsstaat. De Commissie ‘Rechtsstatelijkheid in verkiezingsprogramma’ van d Nederlandse Orde van Advocaten heeft een rapport uitgebracht waarbij de verkiezingsprogramma’s getoetst worden aan de gevolgen voor de rechtsstaat. Zij hebben die met een groene, oranje en rode kleur beoordeeld. Het laatste houdt in dat het betreffende verkiezingsprogramma plannen bevat die regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat. Van de getoetste politieke partijen heeft de PVV zes keer rood gekregen, VNL vier, de SGP en VVD ieder twee en het CDA één.

Uit het bovenstaande volgt dat het verstandig is niet op één van de coalitiepartners – VVD en PvdA – te stemmen. De kiezer kan daarmee een duidelijk signaal geven dat het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren wordt afgekeurd. Voor de VVD geldt daarbij in het bijzonder nog de chaos die zij op het departement van Veiligheid en Justitie hebben achtergelaten – het samenvoegen van politie en justitie staat haaks op de noodzakelijke checks and balances waar wij als liberalen zo veel belang aan hechten. Bezwaar tegen de VVD zijn verder de plannen om de uitkeringen voor de bijstandsgerechtigden te verlagen en voor het invoeren van een kiesdrempel, hetgeen ten koste gaat van de democratie. Aan de PvdA kan het ineffectieve arbeidsmarktbeleid van vice-premier Asscher (Wet Werk en Zekerheid) verweten worden alsook de chaos met de pgb’s.

Over de grootste oppositiepartij – de PVV – met een verkiezingsprogramma van één A4 - hoeven wij niet veel te zeggen.

D66 zegt parmantig ‘verantwoordelijkheid te hebben genomen’, door deel te nemen aan de zgn. ‘constructieve oppositie’. Maar eigenlijk heeft D66 juist geen verantwoordelijkheid genomen doordat zij geen echte oppositie hebben gevoerd. D66 heeft daarmee het kabinetsbeleid ondersteund, hetgeen een contra-indicatie is om op D66 te stemmen. D66 heeft weliswaar in haar verkiezingsprogramma een aantal ideeën van LibDem overgenomen die de democratie in Europa versterken, in Nederland stelt zij maatregelen voor die minder gelukkig zijn. Zo wil D66 de Eerste Kamer afschaffen en een bindend correctief referendum invoeren. Dit zij weer  typisch half doordachte ‘leuke ideetjes’ van D66. Als zij tot uitvoering zouden komen, zal dat zeker ten koste van de democratie en de bestuurbaarheid van het land gaan.

Het CDA heeft zich wel als echte oppositiepartij opgesteld en daarmee haar verantwoordelijkheid als politieke partij genomen. Het CDA wil evenwel ten dele een districtenstelsel invoeren, alsmede een kiesdrempel. Beide maatregelen tasten de democratie aan.

GroenLinks heeft van de deelnemende partijen de meest ambitieuze milieuplannen. Voor een deel lijkt dat op de plannen van LibDem, nl het invoeren van een algemene heffing op de uitstoot van CO2. Alleen doet GroenLinks het niet in Europees verband, waardoor de maatregel ineffectief zal zijn. GroenLinks laat hierbij na om een Border Carbon Adjustment mechanisme in te voeren; daardoor wordt de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven  aangetast. Verder wil GroenLinks nog een aantal extra belastingen invoeren alsook rekeningrijden. Dit zijn overbodige maatregelen.

Dit zijn een aantal overwegingen om wel of niet op een partij te stemmen. Zoals gezegd, is er geen enkele partij die consistente oplossingen biedt voor de problemen waar wij nu mee te maken hebben. Het is daarom niet makkelijk om een keus te maken, en deze is niet overtuigend. LibDem ondersteunt daarom de oproep van Bewust Zwevende Kiezer, nl. om op kandidaat nummer 20 van de gekozen lijst te stemmen. Twintig staat symbool voor twijfel. Als genoeg kiezers op een kandidaat nummer 20 stemmen, wordt daarmee kenbaar gemaakt dat de stemmen met de nodige twijfel zijn uitgebracht. Daarmee kan een signaal worden gegeven.



Sammy van Tuyll

maandag 19 mei 2014

Beter voor milieu dan GroenLinks, beter voor de economie dan de VVD


In het verkiezingsspotje van LibDem dat de afgelopen weken op TV te zien was, wordt gezegd dat het beleid dat LibDem voorstelt beter voor het milieu is dan GroenLinks en beter voor de economie dan de VVD. Veel kiezers vragen mij hoe dat kan. Daarom is het goed dat nader toe te lichten.

Luchtvervuiling houdt niet op aan de grens, daarom is het alleen zinnig om het milieubeleid – dan wel het energiebeleid – en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in Europees verband te voeren. Het huidig milieubeleid is niet effectief. Het bestaat uit regelgeving – zoals normen voor producten en het verbod op gloeilampen- subsidies en een ingewikkeld systeem van handel in emissierechten. Het laatste houdt in dat bedrijven – niet alle, maar in sommige bedrijfstakken – emissierechten voor CO2 toegekend krijgen. Als zij overhouden, mogen zij de resterende rechten verkopen; als zij tekort komen, moeten zij rechten bijkopen. De prijs van de emissierechten schommelt daardoor nogal en is de laatste jaren, mede als gevolg van de recessie, laag geweest, te laag om de uitstoot van broeikasgassen echt te beperken.

LibDem vindt dat de enige manier waarop je serieus de uitstoot van broeikasgassen kunt beperken, een heffing moet zijn op alle uitstoot van CO2 uit fossiele brandstoffen. Dat moet een heffing zijn die geleidelijk op een voorspelbare wijze oploopt, zodat je weet wat over tien jaar de prijs van de CO2 zal zijn. Die moet zo hoog zijn dat de uitstoot van CO2  uit fossiele brandstoffen fors beperkt wordt. Bedrijven en consumenten zullen daar op anticiperen, zodat zij zuinige producten maken en – ook belangrijk – er op een zuinige manier mee om zullen gaan. Het gebruik van duurzame energie wordt dan relatief goedkoper, zodat deze aantrekkelijker worden. Subsidies daarvoor zijn niet nodig. Windmolens draaien dan niet meer op subsidie (vaak weggegooid geld), maar alleen op wind. Voorwaarde is wel dat de opbrengsten die de overheid binnen krijgt in de vorm van lastenverlichting aan burgers en bedrijven teruggegeven wordt, zodat de koopkracht niet aangetast wordt. Europa kan zo een effectief milieubeleid voeren, ook al zouden de landen buiten Europa niet zo ver willen gaan.

Door een dergelijk beleid zullen de Europese bedrijven – en met name de energie-intensieve – ten opzichte van de niet-Europese landen duurder worden, waardoor hun concurrentiepositie verslechtert. Dat gebeurt nu ook als gevolg van de regelgeving en de handel in emissierechten, maar dat is minder zichtbaar. LibDem stelt echter voor, teneinde het concurrentienadeel op te heffen, een correctiemechanisme aan de Europese buitengrens in te voeren. Hierbij wordt op goederen die van buiten de EU komen een heffing opgelegd die gelijk is aan de heffing die dezelfde goederen in de EU zouden hebben plus de heffing op de uitstoot tijdens het transport. Voor goederen die geëxporteerd worden, wordt de CO2-heffing teruggegeven. Het Europees bedrijfsleven heeft hierdoor geen hinder van het in Europa gevoerde (strengere) milieubeleid. Volgens kenners is een dergelijke Border Tax Adjustment in overeenstemming met de regels van de WTO. (Zie ook Cambridge Working Papers in Economics CWPE 0409.)
Een dergelijk correctiemechanisme kun je niet invoeren met het huidige beleid, gebaseerd op regelgeving en handel in emissierechten. Dat is veel te onduidelijk.

Het beleid dat LibDem voorstelt is beter dan het huidige beleid. Op alle uitstoot van CO2 uit fossiele brandstof wordt immers een heffing gelegd. Er is geen willekeur meer. Ook is het niet nodig om allerlei willekeurige productnormen op te leggen. Het is immers in ieders belang – en dat van onze aarde - om te zorgen dat de uitstoot van CO2 beperkt wordt. Dat betekent dat niet alleen de producten energiezuinig zullen zijn, maar dat er daadwerkelijk een continue, generieke en voorspelbare prikkel zal zijn om de producten ook energiezuinig te gebruiken. Subsidies en belastingfaciliteiten zijn dan overbodig. Dat voorkomt ook het misbruik ervan. Een voorbeeld daarvan is het onlangs bekend geworden oneigenlijk gebruik van belastingfaciliteiten voor hybride auto’s. Er zal niet meer gelobbyd hoeven te worden om normen voor producten op een bepaald niveau vast te stellen.

Dit beleid is veel effectiever dan het huidige beleid voor de reductie van broeikasgassen. GroenLinks wil in principe het huidige beleid voortzetten, maar dan een beetje meer. Als je een streng milieubeleid wilt voeren, kan het echter beter op een generieke, marktconforme wijze, zoals LibDem voorstelt. Dat beïnvloedt immers niet alleen de producten, maar ook het gebruik ervan.

Het beleid van LibDem is ook beter voor de economie dan het huidige beleid – in hoofdlijnen gesteund door de VVD- en wel om twee redenen. Ten eerste is het generiek en marktconform, zodat je geen subsidies en betuttelende regelgeving meer nodig hebt. Ten tweede is wordt er rekening gehouden met de concurrentiepositie op de wereldmarkt. Opvallend is dat geen van de andere partijen - met uitzondering  van (deels) de SP - zich zorgen maken over de gevolgen van het Europees milieubeleid voor de concurrentiepositie van het Europees bedrijfsleven. Terwijl dat wel belangrijk is!

Het milieubeleid dat LibDem voorstelt is, kortom, beter voor het milieu dan GroenLinks en beter voor de economie dan de VVD.


donderdag 15 mei 2014

Leuke ideetjes van D66, maar Europa schaft straks ons euthanasiebeleid af



Veel kiezers hebben met name bezwaren tegen het gebrek aan democratie in Europa, dat  als een ongecontroleerde, bureaucratische macht wordt ervaren. De meeste partijen in Den Haag nemen deze bezwaren niet serieus. En laten de kiezers dus in de kou staan. GroenLinks en D66 doen wel een poging om de democratie te versterken. Zij doen dat echter zonder het hele bouwwerk goed te doordenken, zodat het resultaat niet erg evenwichtig is. D66 bijvoorbeeld streeft ‘naar een politieke unie in de vorm van een Europese federatie’. Het staat  echt zo in hun verkiezingsprogramma (p. 35)!

Maar wat betekent dat? In een federale staat, zoals de VS, kan de grondwet gewijzigd worden tegen de wil van een minderheid van staten in. Als de Europese Unie een federatie zou worden, zou  het verdrag tegen de wil van Nederland gewijzigd kunnen worden. Indien een meerderheid van de lidstaten dat  wil, kan de Europese Unie zich bevoegd verklaren om bijvoorbeeld het euthanasiebeleid in Nederland af te schaffen. Willen wij dat wel?

In de visie van LibDem is de Europese Unie een supranationaal verband van soevereine lidstaten. De Unie heeft dus enerzijds supranationale kenmerken: zij kan - op de gebieden waar zij bevoegd is - tegen de wil van sommige lidstaten in dwingend regels opleggen. Anderzijds bestaat de Unie uit soevereine lidstaten. Dat betekent dat er nooit meer soevereiniteit aan de Unie kan worden overgedragen dan waar àlle lidstaten het over eens zijn. Eén enkele lidstaat kan de overdracht van soevereiniteit tegenhouden. LibDem vindt dat dat zo moet blijven.

Het supranationale element vraagt wel om een sterke democratische controle op de besluitvorming. Die is er nu niet. LibDem heeft uitgewerkte voorstellen om Europa wel democratisch te maken. Dat vraagt om een evenwichtige benadering, waar rekening wordt gehouden met een verscheidenheid aan culturen en politieke opvattingen die er in Europa nu eenmaal zijn.

GroenLinks en D66 doen enkele pogingen om de democratie te versterken. Zo hebben zij beide het voorstel van LibDem uit 2006 om het Europees Parlement via Europese kieslijsten te kiezen, in hun huidige programma’s gezet. Zij doen dat echter zonder het hele bouwwerk goed te doordenken, zodat het resultaat niet erg evenwichtig is. D66 wil bijvoorbeeld ook de voorzitter van de Commissie rechtstreeks door de bevolking laten kiezen. Dat lijkt een leuk ideetje, maar leidt in de Europese context tot een gedrocht. Ook daar is niet goed over nagedacht.

Het idee van D66 om naar een Europese federatie te streven is typisch voor D66. Leuke ideetjes, slecht doordacht. Ondertussen staat het wel in hun verkiezingsprogramma, waarmee straks beleid wordt  gevoerd. Laat de kiezer die overweegt D66 te stemmen, dus goed beseffen waar hij voor kiest!


dinsdag 7 augustus 2012

Werk en Zekerheid


Vandaag heeft GroenLinks laten weten een nieuwe Wet Werk en Zekerheid te willen, ter vervanging van allerlei bestaande wetten. Volgens GroenLinks zou een dergelijke nieuwe wet goed zijn om iedereen een eerlijke kans op werk te geven. Vermoedelijk haalt het voorstel veel overhoop, zonder tot een daadwerkelijke oplossing te komen. Daar is meer voor nodig: LibDem vindt dat het liberaler en socialer kan.

Werk is belangrijk. Het hebben van werk is meer dan alleen een bron van inkomen: het leidt tot sociale contacten en een actieve deelname aan de samenleving. Het is een taak voor de overheid er voor te zorgen dat iedereen het werk kan vinden dat het beste bij hem of haar past.

In principe is het inkomen dat met werken verdiend kan worden gerelateerd aan de productiviteit van de werknemer. Een modale werknemer moet in staat zijn daarvan rond te kunnen komen. Maar er zullen altijd mensen zijn die - al of niet tijdelijk - minder productief zijn en die daardoor geen werk kunnen vinden waarmee zij voldoende kunnen verdienen om zich staande te houden.

De enige manier om zorg te dragen dat ook personen die minder productief zijn aan het arbeidsproces kunnen deelnemen is door hen een suppletie te geven op het verdiende loon. Wanneer hun productiviteit bijvoorbeeld drie euro per uur is, kan de overheid daar een suppletie van zes euro per gewerkt uur aan toevoegen, zodat het netto loon negen euro per uur bedraagt, dit is ongeveer het huidige minimumloon.

Deze loonkostensuppletie kan gezien worden als een vorm van negatieve inkomstenbelasting, zoals de ‘earned income tax credit’ in de Verenigde Staten; de loonkostensuppletie is echter gerelateerd aan het uurloon en niet aan het jaarinkomen. Wie maar acht uur per week werkt voor 15 euro per uur, krijgt dus geen loonkostensuppletie.

De loonkostensuppletie die LibDem voorstelt is veel algemener dan de huidige regelingen en ook dan wat GroenLinks nu voorstelt. Het betekent dat een school tegen betaalbare kosten een conciërge in dienst kan nemen, die daarmee toch een redelijk inkomen verdient. Het betekent dat een bedrijf iemand in dienst kan nemen die bijvoorbeeld kopieerwerkzaamheden doet of de post rondbrengt. Deze mensen zijn nu zonder werk en krijgen bijstand, waardoor zij buiten het arbeidsproces staan en wat voor de overheid duurder is.

Bij de loonkostensuppletie houdt iedereen zijn vrijheid: werknemers om die baan te zoeken die het best bij ze past en werkgevers om iemand in dienst te nemen die werkzaamheden verricht die voor hun organisatie ook nuttig is. Dat is duidelijk iets anders dan wat GroenLinks voorstelt: zogenoemde ‘harde afspraken’ waarbij werkgevers gedwongen worden een bepaald aantal mensen ‘met grotere afstand tot de arbeidsmarkt’ in dienst te nemen. Dat gaat dus nooit werken.

Vrijheid voor werknemers en werkgevers – met een begeleidende rol van de overheid – is altijd veel beter dan de betutteling en dwang die GroenLinks voorstelt. Dat is niet alleen liberaler en beter voor de economie, het is ook veel socialer.